Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 585, 10 maart 2019

de rechter ziet het niet zitten
en
de papaja's hebben meeldauw

Dinsdag
Gistermiddag met Niangaly naar de tuin van de Tamasheq om te kijken hoe het met het toilet in aanbouw ging en om met N. te bespreken hoe we een waterkraan zouden monteren voor de dorpelingen van Dialangou.
Daarna reden we naar de grote tuin van Dialangou om de papaja’s nog een keer te onderzoeken op ziektes. Op het internet vond ik de waarschijnlijke oorzaak: meeldauw. En dat is het ook naar mijn stellige overtuiging. Van die kleine wittige wollen beestjes die zich op de bladeren en de vruchten nestelen en de planten leegzuigen. Al regelmatig hebben we aangeraden om alle papaja’s om te hakken en te verwijderen, maar de vrouwen willen daar absoluut niet aan. Het is een ziekte die moeilijk te bestrijden is en zich ook makkelijk uitbreidt. Ik ontdekte dat ook andere plantensoorten waren aangetast. De vrouwen willen er niet van weten, ook al zijn de vruchten oneetbaar en onverkoopbaar. We moeten er met hen over vergaderen om ze te overtuigen de hele aanplant rigoureus te verwijderen en ook minstens een jaar te wachten alvorens nieuwe te zaaien. Zo niet komt het nooit goed. Bespuiten met gif is niet te doen, er staan domweg te veel planten.

Woensdag
Het bezoek aan de rechtbank was een hele belevenis. Voor mij en voor het hele gevolg was zo'n rechtszitting de eerste keer. Na drie kwartier wachten nestelden de drie rechters zich achter de tafel. Allen in het zwart, de rechter in een eenvoudige toga. Wij stonden ongeveer als zesde op de rol, alle zaken gingen over erfenissen. De aangever verschijnt voor een balustrade, de getuigen wordt verzocht naar buiten te gaan om te voorkomen dat ze van elkaar horen wat de ander verklaart. Zo ook in ons geval. Op een gegeven moment werd Kalifa opgeroepen. Onze getuigen Oumou en Moctar werden naar buiten geleid. De rechter vroeg Kalifa enkele elementaire zaken. Officieel heet hij Kalfa, daar begon de verwarring al, want hij hield vol Kalifa te heten. Dan noemde hij zijn vader Kouakoua, terwijl die officieel Kouakouo heette (met een "o" aan 't eind). Dan werd Moctar opgeroepen, ook hij kende niet de juiste naam van de overledene. Hij wist ook niet alle namen van de kinderen te noemen. Met Oumou ging het nog moeizamer, zij hield vol dat Sékou was getrouwd met Founé, maar ze waren dus officieel helemaal niet getrouwd. Zij had het over Sékou Sanogo, terwijl zijn achternaam Sanou was. (Over het algemeen worden de familie in de praktijk Sanogo genoemd, dat bracht haar vast in de war, en officieel dus niet juist.) Op de vraag van de rechter wanneer Sékou was overleden mompelde ze 2010 en opperde even later 2012. De zaal moest er wel zachtjes om lachen. De rechter begreep wel dat er iets haperde, allemaal goedbedoeld, maar voor een juridische getuigenis vond hij het niet geloofwaardig.
Van de namen van de kinderen klopte ook helemaal niets. Zij noemde onder andere Petit Papa of wel kleine Willem, zoon van Kalifa en Bébé, kleinzoon van Sékou. De rechter kon de erfgenamen dus niet goedkeuren. We keerden onverricht ter zake terug naar huis. Volgende week doen we een volgende poging, nu met getuigen die tenminste kunnen lezen en schrijven. En we weten nu wat er van de getuigen wordt gevraagd.

Vrijdag
Gisteren kocht ik een partij armbanden en kettingen bij Farafina, le Musée des Perles. Ik ben daar een regelmatige klant. De eigenaar is een sympathieke vijftiger, vaak reist hij met collecties naar Frankrijf, Nederland en de Verenigde Staten. Ik denk dat hij wel de volle helft van elk jaar in het buitenland vertoeft om die prachtige spullen aan de man te brengen aan handelaren en op beurzen. Er zijn altijd wel enkele mensen met kralen in de weer, maar er komen ook mannen en vrouwen, meest Peuhl, uit de omtrek om hun producten te slijten.

Voor de rest heb ik het rustig. Ik heb hier nog vijf laptops liggen. Ze zijn allemaal klaar en wachten op hun eigenaren.
Vandaag kwamen er trouwens alweer drie pakketten aan, het lijkt erop dat in Bamako eindelijk weer serieus met de post wordt omgegaan. Het gaf mij een hoop stress de afgelopen maanden. Sommige spullen heb ik vaker besteld om die eindelijk hier te krijgen. Nu heb ik veel dingen dubbel of driedubbel.

Vanmorgen ben ik in de tuin van de Tamasheq wezen kijken, want Niangaly had de watervoorziening klaar. Ik was echter ontevreden met wat hij had gekunsteld. Er stak een piepklein kraantje op de verkeerde plek uit de muur en hij had op totaal onlogische plekken hoofdkranen aangebracht. Dus dat moet over. Wel jammer van de gemaakte kosten. Van mijn aanwijzingen had hij zich niets aangetrokken.

Zaterdag
Goed en slecht nieuws. In een dorp in de Dogon, in de buurt van Djigibombo, hadden Peulh vee gestolen en graanschuurtjes in brand gestoken. Bakary vertelde mij dat vanmorgen, Djigibombo is de plaats waar zijn familie woont. Ook gisteren hoorde ik in Sévaré al van deze aanval. De Dozo zullen vast en zeker wel wraak nemen. Als dit zo voortduurt, komt er dan ooit vrede?
Beter nieuws komt uit Kita, in het westen van Mali, waar de "eerste steen" werd gelegd voor een grote zonne-energie-centrale met een vermogen van 50 Megawatt. Er worden 187.000 zonnepanelen geplaatst op een terrein van 107 hectare. Het project moet over een jaar klaar zijn. En 50 Mega watt is niet niks!

Ik zit nu te wachten op de terugkeer van Jan Joost en Joep, die zijn hebben hun werkzaamheden in de Dogon er op zitten. Jan Joost heeft zijn (hun) 28ste blauwe pomp geplaatst in Sol, een dorpje in de Dogon. Morgen blijven zij een dagje over. Op verzoek van Jan Joost heb ik voor zondagmiddag een pirogue geregeld en maken we een tochtje over de Niger. Dan zien we hopelijk die fantastische beelden van de avondzon die in de Niger zinkt.